Nieuwe poëzie uit Rusland: de Russische underground

Image

Taal heeft in Rusland altijd een groot prestige genoten, en dichters bezaten er veel maatschappelijk aanzien. Bekend is de uitspraak van Jevtoesjenko dat de dichter in Rusland meer is dan een dichter, waarmee hij bedoelde dat de dichter in een regime waarin geen vrijheid van meningsuiting bestaat, een belangrijke maatschappelijke rol heeft. Na de val van de Sovjet-Unie is deze verheven visie op de taal ineengestort; het aanzien van literatuur behoorde, na een korte opleving in de jaren negentig waarin voorheen verboden literatuur en masse verslonden werd, algauw tot het verleden, samen met de Sovjet-Unie zelf. Literatuur viel, zoals vrijwel alle facetten van het leven, ten prooi aan een alomtegenwoordig economisch systeem.

Deze bundel gaat over de poëzie die in postcommunistisch Rusland geschreven wordt. Welke maatschappelijke rol vervult literatuur nu? Daarbij staan twee belangrijke ontwikkelingen in de recente Russische literatuur en cultuur centraal: de poëzie van de Russische ‘nieuwe oprechtheid’ en haar uiteenlopende vertegenwoordigers, van Dmitri Prigov en Vera Pavlova tot Kirill Medvedev, en de hedendaagse Russische underground van politiek geëngageerde dichters uit vooral Sint-Petersburg, zoals Aleksandr Skidan, Dmitri Golynko en Pavel Arsenev. De teksten worden ingeleid en van commentaar voorzien door specialisten op het terrein van de Russische cultuur en cultuur. Drie jonge Nederlandse dichters reageren op het werk van hun Russische collega’s.

Schrijver: Ellen Rutten, Dennis Ioffe, Maarten van der Graaff e.a.
Vertaler: Nina Targan Mouravi, Pieter Boulogne, Robbert-Jan Henkes e.a.

Presentatie Perdu 20 Juni 2014 Nieuwe poëzie uit Rusland #4: de Russische underground

Met: Dennis Ioffe, Robbert-Jan Henkes en Matthijs Ponte en Pavel Arsenev

Aanvang 20:30
Zaal open 20:00

Entree: 10 euro / 5 euro (voor vrienden, studenten en stadspashouders)

Wat is de maatschappelijke en politieke rol van poëzie in het Rusland van nu? Tijdens de laatste avond in de reeks over poëzie in Rusland staat een viertal dichters uit de Petersburgse underground centraal: Aleksandr Skidan, Dmitri Golynko, Pavel Arsenev en Roman Osminkin. Wat zij met elkaar gemeen hebben is dat ze kunst, theorie en politiek activisme met elkaar verbinden.

Zo is Skidan actief binnen het kunstcollectief Chto Delat, ontleedt Golynko in zijn poëzie de taal van Poetinisme en kapitalisme, was Arsenev een van de drijvende krachten achter de studentenprotesten tegen Poetin en is Osminkin lid van de groep Poetry Actionism, dat teruggrijpt op de directe actie van kunst-terrorist Aleksandr Brener, bekend van het dollarteken dat hij op het schilderij Suprematisme van Malevitsj spoot in het Stedelijk Museum van Amsterdam.

Dennis Ioffe, werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Gent, introduceert het werk van Aleksandr Skidan (1965) en Dmitri Golynko (1969) en gaat in op de unieke plek van Petersburg in de Russische experimentele literatuur.

Pavel Arsenev (1986) en Roman Osminkin (1979) zijn vertegenwoordigers van een jongere generatie, die tot wasdom kwam tijdens het presidentschap van Vladimir Poetin. Arsenev zal spreken over zijn activiteiten als dichter en activist in het contemporaine Rusland.

Robbert-Jan Henkes (1962), bekend als vertaler (samen met Erik Bindervoet) van Ulysses en Finnegans Wake van James Joyce, maar ook vertaler van Russische literatuur, tekende voor de vertalingen en draagt voor.

Dichter, filosoof en activist Matthijs Ponte (1982) ten slotte reageert met eigen werk.