Maar ik wilde geen ideeën herhalen.

Het Witte Boek

De volgende ochtend ging ik achter mijn schrijfmachine zitten om een nieuw, voorlopig levensplan uit te tikken. Welke weg moest ik inslaan? Dat de weg via de universiteit tot vertwijfeling leidde, daar had ik vroeger al een vermoeden van gehad. En dankzij mijn geslaagde voorstelling in de grote universiteitszaal had ik die weg nu ook voorgoed afgesloten.

De tweede weg? Mijn vrienden, met wie ik gesprekken voerde over de grote levensvragen, hadden me altijd al geadviseerd: doe net als wij, en ga de kunstwereld in. Het echte leven is banaal en gewoon, de kunst is mooi, leuk en interessant.

Maar dat zag ik anders: ten eerste waren letterlijk alle mensen die ik tot op dat moment in Berlijn had leren kennen, kunstenaars. En dus wilde ik niet ook nog eens kunstenaar worden. Logisch. En ten tweede vond ik de kunst eigenlijk helemaal niet leuk en interessant! Nadat ik Pierre Cabannes Interviews with Marcel Duchamp driemaal van de eerste tot de laatste bladzijde aandachtig doorgelezen had, leek het mij weinig zinvol nog meer bewijzen aan te voeren voor de stelling dat alles wat iemand tot kunst verklaart, ook kunst is: soepblikken, stofzuigers, haaien – alles was alleen maar een variatie op Fontaine, op het urinoir dat Duchamp in 1917 tot kunst verklaard had. Ook nu is het voor mij, ondanks mijn hoge leeftijd, nog altijd onverklaarbaar waar steeds nieuwe generaties jonge mensen de energie vandaan halen om aldoor maar ditzelfde idee te herhalen. Maar ik wilde geen ideeën herhalen. Stultus es, rem actam agis!, zei Plautus: Jij bent dwaas, jij doet iets wat al gedaan is!

Nog onbegrijpelijker vond ik overigens de vele kunstenaars die ik in die tijd leerde kennen, die op dat moment olieverf en linnen aan de vergetelheid ontrukten. Ook al ben ik tot op heden met hen bevriend en ook al veroverden zij de wereld al snel met hun schilderijen, toch kon ik er met mijn verstand niet bij dat zij dat deden. Ik zag geen enkel verschil met de schilders die ik in het Parijse Montmartre gezien had, schilders die op hun schildersezels romantische stadsgezichten vervaardigden voor de toeristen. Het was achterhaald. En niet alleen het verven op linnen: het hele idee van kunst vond ik verouderd.