studenten praatten opgewonden door elkaar

Het Witte BoekDe zaal zat, zoals altijd, barstensvol. De studentes en studenten praatten opgewonden door elkaar, in afwachting van het grote, wekelijkse spektakel. Midden op het podium stond een hoog spreekgestoelte van sandelhout. Zo hoog was die lessenaar dat ook de studenten op de achterste rij nog omhoog moesten kijken om de redenaar te zien. Achter het spreekgestoelte hing over de hele breedte van het podium een acht meter hoog, donkerrood fluwelen gordijn. Ik keek op het polshorloge van mijn buurman – vanzelfsprekend had ik er zelf geen om –, het was nu precies zestien uur.