In hoeverre waren de samenscholingsbeperkingen, mondkapjesverplichtingen en andere tijdelijke maatregelen in de coronaperiode legitiem? Ewald Engelen en Casper Thomas schrijven elkaar.
Beste Casper,
Zoals je wellicht hebt meegekregen heb ik de columns en interviews die ik tussen 2020 en 2022 over de coronapandemie heb geschreven gebundeld, onder de ironische titel Wappie. Bij de zoektocht naar op te nemen stukken op de site van De Groene Amsterdammer kwam ik een stuk van jou tegen. Van april 2020 dateert het, een maand nadat de pandemie officieel was afgekondigd en twee weken nadat Rutte zijn U-turn had gemaakt en van kudde-immuniteit naar lockdowns was gezwierd.
Je stuk is een bedachtzame, tastende zoektocht naar hoe de medisch gefundeerde ingrepen in ons dagelijks leven democratisch geduid moesten worden. Je laat zien hoe autocratische en democratische reacties naar elkaar toe kropen, hoe de pandemie ook in volwassen democratieën autocratische tendensen zichtbaar maakte die al voor het uitbreken van de pandemie aanwezig waren (met een hoofdrol voor Trump en Macron), en je eindigt je stuk met het criterium van leesbaarheid om te bepalen of de nationale respons wel of niet verenigbaar is met de beginselen van de democratische rechtsstaat. Daaronder versta je, als ik je goed heb begrepen, dat de maatregelen helder, consistent, onderbouwd, tijdelijk en voorwaardelijk moeten zijn. En je concludeert op basis daarvan dat de wijze waarop Rutte IV had gereageerd daaraan grosso modo voldeed.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.