Stop planetaire plundering , Willem Schinkel, 23 Juni, NRC

Reactionaire kracht

Het industriële boerenbedrijf is een groteske afspiegeling van wat het zou kunnen zijn. Met romantisch pathos wordt het huidige bedrijf gekoppeld aan eerdere generaties. Maar de gerobotiseerde teelt van dieren voor melk en massaslacht die de grond en de atmosfeer vergiftigt, en de van gentechnologie en mondiale zadenconglomeraten afhankelijke monoculturen die de grond uitputten, hebben met de romantiek van opa’s erf weinig te maken. Welke waardigheid hadden eerdere generaties moeten zien in industriële productie waarin de boer minimale marges heeft en in volledige afhankelijkheid van agribusiness, financiële speculanten, mondiale voedselkapitalisten en supermarkten opereert?

Ook het sentimenteel-nationalistische argument dat boeren ons voedsel produceren gaat niet op. Het overgrote deel van wat Nederlandse boeren en tuinders produceren is voor buitenlandse markten, en ze doen dat zonder al te veel oog voor de gevolgen voor boeren op die markten. Kortom: degenen die het huidige boerenbedrijf verdedigen, zijn een reactionaire kracht. Ze verdedigen de belangen van grootkapitalisten en hullen zich daarbij in een reactionair-nationalistische ideologie.

Het voortbestaan van boerenbedrijven staat op het spel. Maar we moeten niet vergeten dat het mondiale voedselsysteem het gevolg is van een inmiddels eeuwenlange verdringing van kleine producenten die zijn wortels in de koloniale overheersing van het mondiale zuiden heeft. Vergeleken met wat een onteigening en verdringing van kleine boeren wereldwijd is geweest, is de huidige bedreiging van het voortbestaan van boeren peanuts. Wanneer we boeren een perspectief willen geven, moeten we wat nu gebeurt plaatsen in die eeuwenlange groei van op maximale productie en winst gebaseerde industriële landbouw. Lees ook:De ecoboeren geloven niet meer in politieke oplossingen – en maken hun eigen plannen

De vraag is: wie wil er een leven bouwen op de vaak gewelddadige onteigening van kleine zelfstandige boeren elders op de wereld, omdat de belangen van de shareholders van de agribusiness zwaarder wegen dan de levens van de smallholders, van zelfvoorzienende en kleine boeren? Waarom zouden boeren meer solidariteit met kapitalisten hebben dan met boeren elders op de wereld? En wie wil er nu voor export lokale grond uitputten en met stikstof, koolstofdioxide en methaan vergiftigen?

Niets hiervan is noodzakelijk, maar het boerenverzet is wel begrijpelijk. Zonder reëel alternatief is de wanhoop van boeren logisch. Maar er zijn alternatieven. Er zijn biologische en biodynamische boeren. En onder de algemene noemer van de agro-ecologie zijn er manieren om duurzaam met natuurlijke voedingsstoffen om te gaan, en om middels gewasrotatie landbouwgrond niet uit te putten. Er is bovendien de optie om kleinschaliger te werken, vleesproductie te vermijden en minder op de export gericht te zijn.