In het openingsessay, Wat het leven met de politiek doet, beschrijft Louis hoe hij na zijn verhuizing naar Parijs en het succes van zijn debuutroman een ‘klassenmigrant’ wordt. Politiek had hij altijd ervaren als ‘een vloek die de armen trof’. Een kwestie van ‘leven of doodgaan’, die Louis en zijn familie angst inboezemde. Want wat als de voorgestelde ‘hervormingen’ op de sociale zekerheid doorgingen?
Maar in Parijs speelt Louis ‘het spel van de heersende klasse een tijdje mee’. Hij laat zich fêteren door de Franse bourgeoisie, is gevierd gast op literaire dinertjes. Daar hoort hij op een avond de directeur van een Franse supermarktketen pochen over de boekwinkels die hij heeft geopend. Maar wacht, is dat dezelfde man die Louis’ voormalige klasgenotes en hun moeders uitknijpt als ze achter de kassa’s zitten? Hij doorziet de hypocrisie, verontschuldigt zich en keert huiswaarts. Dan maar niet ‘sociaal meetellen’ als klassenmigrant.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.