Hierin beschrijft hij op een bevattelijke wijze wat er de afgelopen decennia op financiëel-economisch vlak is gebeurd: de geneugten van de welvaartstaat in de jaren zestig, de zeer hoge inflatie in het decennium daarop, de vlug oplopende schulden van de overheid in de jaren tachtig, de alsmaar grotere greep van financiële middens op de economie en de hiermee verwante groeiende schulden van privépersonen, het leven van alledag, de crisis die in 2007-2008 als een tornado over de wereldbol raasde. In diezelfde jaren werd het protest gesmoord door loonsverhogingen, langere vakantieperiodes, medezeggenschap in het beheer van de onderneming. Het kapitalisme kocht zijn voortbestaan. Maar de andere kant van de medaille ziet er minder vrolijk uit. Het opdringen van al dat neoliberale gedoe, dat ondanks het steeds groeiend aantal smartphones en andere technologische hoogstandjes, zorgt ervoor dat velen staan te drummen voor de deur van psychiaters en andere zieleknijpers.