Ludvík Vaculík, Cavia’s op Proef, editie leesmagazijn

270 p | leesmagazijn.shop

vertaling Kees Mercks,

Vašek werkt bij de Staatsbank in Praag, is gelukkig getrouwd en heeft twee kinderen. Zo begint deze op het eerste gezicht idyllische vertelling. Op zoek naar een geschikt huisdier, neemt hij op aanraden van een collega cavia’s in huis. Hij observeert hun gedrag en experimenteert met ze – en blijkt algauw onbewust niet zozeer een gedragsstudie van de cavia porcellus neer te pennen, maar de menselijke aard in kaart te brengen. En de mens, die is in staat tot verschrikkelijke dingen…

Cavia’s op proef is een humoristische, licht absurdistische klassieker in de traditie van meestervertellers als Kurt Vonnegut. In deze grondig herziene vertaling van Kees Mercks wordt de lezer geconfronteerd met de bevreemdende werkelijkheid van het communisme in Praag, en de duistere kanten van de menselijke natuur.

‘Ik bracht de cavia naar de badkamer. Ik zette hem op de rand van het bad, waar ik lauw water in liet lopen. En reeds begon het in mijn hoofd te suizen! Ik zag hem beven en dacht na of dit wel oorbaar was. Kan dan niet iedereen ieder ander dwingen dood te gaan?’

Ludvík Vaculík (1926, Brumov) was lid van de communistische partij en werkte op de redactie van de partijkrant. Hij was zijn leven lang een voorstander van de communistische ideologie, maar raakte gedesillusioneerd over de bureaucratische praktijk, waarin menselijkheid en integriteit ondergeschikte waarden bleken te zijn. In 1968 schreef hij Manifest van tweeduizend woorden waarin hij zich uitspreekt tegen de onderdrukking en armoede van de bevolking en de corruptie van macht. Het werd een hoogtepunt van de Praagse Lente. Eind jaren zeventig was Vaculík een drijvende kracht achter de samizdat-literatuur; ongecensureerde, ondergrondse literatuur die onder het communisme niet mocht verschijnen. Cavia’s op proef werd pas zeven jaar na voltooiing in het Tsjechisch gepubliceerd, maar een Nederlandse vertaling verscheen al drie jaar eerder, in 1974.

Screen Shot 2015-05-01 at 12.47.09

Johannes van der Sluis in Tzum: ‘Cavia’s op proef, geschreven in de jaren zeventig van de vorige eeuw, lijkt een allegorie ..(..). Misschien niet meteen geschikt voor stemmers op de Partij voor de Dieren en dierenactivisten, maar wel van harte aanbevolen voor de absurdisten en surrealisten hier te lande, die hopelijk nog niet tot de bedreigde diersoorten behoren, want zij zijn het die weten dat bizarre fantasieën en de werkelijkheid af en toe heel dicht bij elkaar kunnen liggen, kennis die doorgegeven moet worden opdat we weten waartoe de mens allemaal in staat is.’