in voorbereiding
‘In dit boek staat een eenvoudige en diepzinnige stelling centraal: ‘aan architectuur doen’ betekent jezelf onderdompelen in een conflictueus materieel productieproces – participatie bestaat niet uit productieve ontmoetingen tussen praktijkbeoefenaars en belanghebbers, maar is een verzameling conflicten, onderhandelingen, manoeuvres en trucs tussen en binnen een veelheid aan spelers, zowel menselijke als niet-menselijke – een veelheid die evenzeer architecten, klanten, financiers en bouwers omvat, maar ook, bijvoorbeeld, silicium, plastic, beton, waarbij elke speler zijn eigen tegenstrijdige doelen heeft en verschillende middelen om die doelen te bereiken. Elk gebouw is de vleeswording van een dergelijke ontmoeting. Ondanks de hoogmoed van het vak kan geen van de partijen die bij een dergelijke ontmoeting betrokken zijn het uiteindelijke resultaat geheel bepalen – architectuur behoort (anders dan vastgoed) volgens Miessen niemand toe, maar beïnvloedt iedereen en wordt door iedereen beïnvloed – en die stelling vereist dat ethische en politieke vraagstukken in een nieuw kader geplaatst worden. Ze kunnen niet langer het eigendom van een individu zijn, maar moeten een gemeenschappelijke verzameling onderlinge verhoudingen worden – door een zo diepgaand afscheid van de termen van de architectuur bepleit Miessens nieuwe boek niets minder dan een nieuw antwoord op de vraag hoe we eindelijke burgers kunnen worden.’
Eyal Weizman is hoogleraar Ruimtelijke en Visuele Culturen en directeur van het Centre for Research Architecture aan Goldsmiths, University of London.
‘Miessens boek schildert op een uitdagende en projectieve manier het probleem dat gesteld wordt door de politiek in een tijd van conceptuele onbepaaldheid, waarin ‘participatie’ van het maatschappelijk middenveld de panacee geworden lijkt voor de politieke problemen waarin we vooral in Europa verkeren. Maar dat is het niet! ‘Participatie’ zal het Front National niet uitroeien, en meer transparantie zal Orbán niet van zijn macht beroven. Het maatschappelijke middenveld zal de macht niet in handen krijgen door luid te demonstreren tegen het Europese systeem of door te chatten op het internet. De populisten hebben goed begrepen dat je om macht te verkrijgen, een partij nodig hebt. Wat we dreigen te verliezen in het participatoire spel is de vertegenwoordigende democratie in haar huidige vorm, en zonder dat we daarbij iets winnen: de meerderheid van de straat is geen democratie. De poststructuralistische participatiehype is koren op de molen van degenen die la volonté de tous willen uitspelen tegen la volonté generale, om op Rousseau terug te grijpen: maar het was het plebs van Athene dat Socrates vermoordde.’
Ulrike Guerot is politicoloog en stichter en directeur van het European Democracy Lab in Berlijn.
Met een voorwoord van Armen Avanessian, een inleiding van Markus Miessen en Hannes Grassegger, en een nawoord van Patricia Reed.
vertaald door Twan Zegers