deSpiegel: Ressentiment en erkenning – Over Identiteitspolitiek

Het is klasse, suffie, niet identiteit

Bij het lezen van Identiteit blijft één vraag, die Fukuyama zelf wel aanstipt maar nooit expliciet beantwoordt, in het ongewisse: draaien de afgelopen paar jaar om een identitaire erkenning of een economische onvrede? Fukuyama stelt de vraag letterlijk zelf: ‘Hoe verklaren we het falen van links om te profiteren van de groeiende wereldwijde economische ongelijkheid?’ Hij legt een verband met de Eerste Wereldoorlog en stelt dat dit falen geen nieuw fenomeen is. Ook in 1914 verenigde de Europese arbeidersklasse zich niet onder de banier van de Internationale, maar onder de nationale vlaggen van overheden die zich in één van de meest destructieve oorlogen ooit stortten. Deze vergissing laat zich volgens Fukuyama als volgt verklaren: economische motiveringen zijn nauw verweven met identitaire issues. Arm zijn betekent onzichtbaar zijn voor je medemens, en de onwaardigheid van onzichtbaarheid is vaak erger dan het gebrek aan levensbehoeften.

Zo plaatst Fukuyama de oorsprong van de Arabische Lente ook bij een roep om erkenning. De Tunesische straatverkoper Mohamed Bouazizi riep ‘hoe moet ik in mijn onderhoud voorzien’ toen hij zichzelf in brand zette op 17 december 2010. Zijn weegschaal was afgepakt en klagen had niets uitgemaakt. Toch ging het Bouazizi volgens Fukuyama niet zozeer om de staat van de economie, maar om zijn onvrede over het feit dat hij niet erkend werd als individu. Het is door deze identitaire lezing van gebeurtenissen die misschien veel meer economisch van aard zijn, dat Identiteit onbevredigend blijft. De titel van sociaal geograaf Ewald Engelens boek Het is Klasse, Suffie, Niet Identiteit dat vorig jaar verscheenlijkt bijna een direct antwoord aan Fukuyama.

@jhsg