“Dit is wat de cynici ons vertellen: ‘Ja, we hebben iedere dertig jaar revolutionaire onrust nodig, zodat de mensen kunnen zien dat je op de langere termijn niet echt iets kunt veranderen en je naar het oude spel moet terugkeren.’ Je moet de lijn tussen wat mogelijk en wat onmogelijk is vervagen en het op een nieuwe manier herdefiniëren. Dit is voor mij de grote opdracht van een hedendaagse denker: de grenzen van het mogelijke en het onmogelijke te herdefiniëren en opnieuw te overdenken.”  – Žižek in ‘Eis het Onmogelijke’.

Wat is de taak van het denken in een tijd waarin aloude antwoorden niet meer volstaan? Hoe kunnen we ons een andere wereld voorstellen? En waarop kunnen we onze hoop vestigen? In zijn nieuwe boek ‘Eis het onmogelijke’ verkent de wereldberoemd filosoof en cultuurcriticus Slavoj Žižek antwoorden op deze vragen.

Ter gelegenheid van de Nederlandse vertaling van dit boek buigen drie jonge Nederlandse denkers zich over de vragen die Žižek opwerpt en verkennen ze de grenzen van het mogelijke en onmogelijke.

Met:
Ernst van den Hemel (1981) is religie- en literatuurwetenschapper en promoveerde in 2011 op literaire dimensies in het werk van Johannes Calvijn. Hij is Research Fellow aan het Centre for the Humanities van de Universiteit Utrecht, en publiceert regelmatig over religie, politiek, filosofie en kunst.

Tamar de Waal (1988) is politiek filosoof en promoveert aan het Paul Scholten Centrum. Haar onderzoek richt zich op naturalisatie- en inburgeringsvereisten en de ethiek van migratie. Ze publiceerde afgelopen jaar opinieartikelen in de Volkskrant, Trouw en NRC Next.

Zihni Özdil (1981) is maatschappijhistoricus, auteur en columnist. In zijn werk spitst hij zich toe op maatschappelijke, politieke en economische thema’s. Hij heeft een column in de Rotterdam-bijlage van NRC Handelsblad. Voor de Bezige Bij schrijft hij een boek over burgerschap in Nederland.

Het programma wordt gemodereerd door Menno Grootveld en Marije Ligthart.

In samenwerking met Het Leesmagazijn