Het vloeren van de tijd

De rituelen van het rondhangen. Waarschijnlijk waren die ri­tuelen in de afgelopen vijftig jaar nauwelijks veranderd. Het ging er voortdurend om dat je de tijd rekte– dat wil zeggen dat je het feitelijke verloop van de tijd een nieuwe wending gaf. Het was vreemd, maar hier bij het tankstation leek het net of niet de tijd de jongens, maar de jongens de tijd be­paalden. Zo konden drie minuten tot een half uur worden, en omgekeerd werd een half uur drie minuten. Dat ging hier aan één stuk door zo.

Het uitrekken, het vloeren van de tijd, meende de reporter waargenomen te hebben, was geen virtuele, metafysische ontwikkeling, maar heel concreet, iets wat door de lichamen van de jongens bewerkstelligd werd. je kon echt zien hoe de jongens met hun lichamen de tijd plat kregen: zo ging dat, dat zag iedereen. op de een of andere manier zag de repor­Uslar3-DW-Kultur-Zehdenickter hoe het de jongens telkens weer lukte om zichzelf buiten de tijd te plaatsen, en niet erin. Van belang was vooral dat je je voeten en benen voortdurend in beweging hield. Wie zijn voeten niet aldoor in beweging hield, kleefde vast. Van belang was vooral ook constant duidelijk te maken dat je er zo weer vandoor ging: over één, twee, hooguit drie minuten ging je echt pleite, dat moest je aan één stuk door zeggen. Zo kon je dan toch nog best een half uur blijven.